
1
Open het karton tot het formaat waarin je puzzel past. Maak het karton vast met plakband op de rand van de tafel waar je puzzel komt te liggen. Zorg ervoor dat de plakbandjes geen kreukels hebben en mooi zijn uitgestreken.

2
Houd het karton vast en schuif de in elkaar gezette puzzel er voorzichtig op.

3
Sluit het karton of plaats het tweede karton erop. Plaats één hand onder en de andere hand boven de twee kartonlagen. Draai de puzzel terwijl je een karton met twee handen vasthoudt.

4
Neem, afhankelijk van de grootte van de puzzel, de juiste lijmvellen. Lijmvellen kun je tot een kleiner formaat knippen of samenvoegen. Scheid het transparante deel van het lijmvel van de witte laag.

5
Plaats het lijmvel voorzichtig over je in elkaar gezette puzzel.

6
Strijk het lijmvel uit met handbewegingen vanuit het midden naar buiten toe. Je kunt elke harde plastic kaart gebruiken voor maximale hechting.

7
Gebruik een hobbymes om het overtollige lijmvel af te snijden. Snijd ongeveer 5 mm van de rand van de puzzel. Het is niet nodig om precies de vorm van de rand van de puzzel te volgen. Het is voldoende dat elk stuk aan het lijmvel is bevestigd.

8
Gebruik klevende kneedgom om de puzzel aan de muur te bevestigen. Afhankelijk van de grootte van de puzzel gebruik je een passend aantal kneedgommen. Rol en maak een bal van elke kneedgom. Verdeel alle kneedgom ballen over de achterkant van de puzzel.

9
Pak de puzzel met beide handen vast en plaats deze op de gewenste ondergrond. Druk de puzzel stevig aan met beide handen om zijn positie te bevestigen.